Recentelijk kreeg ik het op een woensdagochtend op heupen dat ik wilde fietsen. Dit is een voor mij een bijzondere gebeurtenis. Ondanks dat ik een Gemeentebelanger ben zit bewegen niet in mijn DNA. Ik probeer het soms wel hoor, maar verder dan een kilometer of 5 wandelen komen ik doorgaans niet. Afijn, de fietsbanden opgepompt en koers gezet naar de bestemming Bad Hoophuizen.
Bad Hoophuizen
Zoals misschien al wel bekend is heb ik 10 jaar in Hulshorst gewoond. Toen we daar woonden gingen wij met de kinderen ’s zomers met mooi weer regelmatig naar deze camping om te zwemmen. Het campingstrandje is niet te druk en ideaal ingericht voor kleine kinderen. Destijds was het nog een “ouderwetse” camping waar je met de tent of caravan terecht kon. Ik had al wel eens gehoord dat deze camping een behoorlijke metamorfose had ondergaan, maar dit wilde ik nu wel eens met eigen ogen aanschouwen. Daar aangekomen had ik echt iets van: “WAUW, wat is hier gebeurd?” In mijn laatste herinnering was het een beetje een rommelige camping. Nu is het een strak en mooi aangelegd minidorpje met honderden vakantiewoningen. Zoals u uit mijn vorige blog heeft kunnen opmaken heb ik niet veel met op met vakanties, maar op Droompark Bad Hoophuizen zou ik het wel een paar dagen vol kunnen houden. Dit hebben de huidige eigenaren naar mijn mening goed aangepakt!
Metaal hengelen
Als je niet veel fietst, moet je ook weer niet overdrijven, deeerste verschijnselen van zadelpijn doemden al op, dus het was weer tijd om naar huis te gaan. Via het Zeepad, de Spijkweg, Kolmansweg en Hullerweg werd de route naar het centrum van Nunspeet gevolgd. Deze route doorkruist mijn favoriete gebied van Nunspeet. Ik hou van dit landschap. Dit heeft een aantal redenen. Als kleine jongen wilde ik altijd naar mijn opa en oma. Zij hadden een boerderij in Kamperveen en ik heb goede herinneringen aan deze tijd en aan het bijbehorende landschap. Tevens heb ik in dit gebied honderden uren met een metaaldetector doorgebracht. Wat voor de ene persoon vissen een rustgevende bezigheid is was dat voor mij het hengelen naar oud metaal uit de Nunspeetse bodem. Deze hobby kan ik goed combineren met mijn interesse voor de lokale geschiedenis. Iets wat ik ooit eens had gelezen kon ik soms linken aan bodemvondsten. Zo weet ik eigenlijk zeker dat vroeger in gemeente Nunspeet ter hoogte van de Bredeweg een haventje aan de Zuiderzee heeft gelegen.Nunspeet lag dus daadwerkelijk aan zee.
Nunspeet groeit
Voor het uitoefenen van deze hobby was ik altijd druk in weer met oude kadasterkaarten en het geschiedenisboek van Nunspeet: “Onder de Clockenslach van Nunspeet”. Dit boek geeft een interessante blik op de geschiedenis en ontwikkeling van onze gemeente. Nunspeet was in het verleden een geïsoleerd dorp met een zeer laag inwonertal. Het was een agrarische gemeenschap. Uit een telling van het jaar 1526 blijkt dat het kerspel Nunspeet 88 veehouders (Nunspeet 55, Hoophuizen 10 en Hulshorst 23) huisvestte. Je zou kunnen zeggen dat in het dorp Nunspeet met zijn 55 veehouders uit niet meer dan 250-300 personen bestond. Een kerk was er al wel, maar de kom eromheen (dorpsstraat etc.) werd pas in de 18e eeuw ontwikkeld. Halverwege de 17e eeuw was het inwonertal van het kerspel Nunspeet ca. 620, rond 1750 was het inwonertal opgelopen tot 1100. In het jaar 1800 was dit aantal nog steeds 1100, maar daarna begon de bevolking hard te groeien. Dit had allerlei redenen, maar de komst van een vroedvrouw heeft zeker invloed gehad. Misschien speelde de opening van de Zuiderzeestraatweg in 1830 ook wel een rol. Nunspeet maakte toen eindelijk “contact” met de buitenwereld. In de periode van de opening van de Zuiderzeestraatweg is de eerste groeispurt van het dorp ingezet. Het aantal beschikbare huizen rond de Dorpskerk en Dorpstraat was onvoldoende om het groeiende inwonertal op te vangen. Er trad serieuze woningnood op. Het dorp werd in de 1e helft van de 19e eeuw uitgebreid met o.a. daglonershuisje, burgerwoningen, boerenhuizen en enkele villa’s. De kansloze zonder enige financiële middelen kwam in een hutje op de hei terecht. In een periode van 30 jaar ging het aantal huizen van een 226 (1830) naar 381 (1860). Een behoorlijk groei zou je kunnen zeggen. Hierdoor is het inwonertal van het kerspel Nunspeet naar 3059 gestegen. In 60 jaar is het inwonertal verdrievoudigd! Dit ging gepaard met veel armoede en andere ellende, maar de cafés beleefden gouden tijden. Gold ook voor de Verenigde Staten trouwens. Er was zo weinig toekomst dat veel Nunspeters besloten naar dit land te vertrekken.
Tot aan de 2e Wereldoorlog breidde het dorp Nunspeet langzaam verder uit met een kleine uitschieter aan het begin van de 20e eeuw. Door aanleg van de spoorlijn in 1863 kwamen steeds meer stedelingen naar Nunspeet. Mooie villa’s (Molijnlaan) en extra burgerwoningen (Bergakkerweg) verschenen. Fabrieken en hotels zagen hun eerste levenslicht. Economisch groeide het dorp nu ook door toerisme. In de oorlog (1941) werden 7883 personen geteld (incl. Vierhouten, Elspeet en Hulshorst). Nunspeet zelf zal zo’n 5000 inwoners geteld hebben.
Na de oorlog doemt het spook van de woningnood weer op. Onder invloed van dit grote tekort (landelijk) werd nu echt begonnen met de echte grote uitbreiding van Nunspeet.
In volgorde zijn o.a. de volgende buurten en woonwijken aangelegd:
– Brouwerskamp
– Feithenhof
– Oenenburg
– Oosteinde
– Brake
– ’t Hul
– Marsse
– Buntezoom
– Molenbeek
Door deze forse uitbreidingen is het inwonertal van het dorp Nunspeet in 75 jaar naar 19.688 (2016) gestegen. Een verviervoudiging!
Uitgebouwd?
Dat bouwen, dat moet toch een keer stoppen? Nou, zolang het inwonertal van Nederland blijft groeien en onze gezinssamenstelling blijft veranderen (van groot naar klein, alleenwonend etc.) en onze gemeente een aantrekkelijk plaats blijft om te wonen zie ik dit niet gebeuren. Dit merk je in de hele gemeente. Hierboven heb ik Nunspeet steeds als voorbeeld gebruikt, maar dat is niet eerlijk t.o.v. Elspeet, Hulshorst en Vierhouten. Ook deze dorpen, zij het op een kleinere schaal, hebben een tekort aan passende woningen. Het is algemeen bekend dat het tegenwoordig heel moeilijk is om als starter een betaalbare woning te bemachtigen. Woningnood is een groot woord, maar van een behoorlijk tekort is zeker sprake. Gemeentebelang, maar ook andere politieke partijen, kaarten dit al jaren aan en dat is de gemeente niet ontgaan. Op 3 juli jongstleden heeft gemeente Nunspeet een aantal grondeigenaren in mijn geliefde gebied Hullerweg – Oude Zeeweg – Kolmansweg voorlopig aangewezen op grond van artikel 6 Wet voorkeursrecht gemeente (WVG). Dit betekent niets meer dan dat de gemeente eerste recht tot aankoop heeft indien de desbetreffende grondeigenaar van plan is deze grond te verkopen. Dit voorkomt grondspeculatie. Nunspeet wil gaan onderzoeken of het mogelijk is om hier honderden woningen(plan t’Hul-Noord) te realiseren.
Voor sommige omwonenden is dit ongetwijfeld niet leuk. Ik hou ook van dat landschap, maar starters en mensen met een kleine beurs hebben ook recht op gepaste woonruimte en dat gaat mij meer aan het hart. In 19e eeuw vonden ze hun weg op de heide of trokken uiteindelijk toch weg (Verenigde Staten). Nu trekken ze illegaal de vakantieparken in of wonen op plekken waar ze dat eigenlijk niet willen. We willen niet dat jongeren wegtrekken. We kunnen ons dat gewoon niet veroorloven. Als Gemeentebelanger zal ik het voornemen van de gemeente dan ook steunen. Mocht het in de toekomst zover komen, dan hoop ik te kunnen zeggen: “WAUW, wat is hier gebeurd? Ik wist niet dat duurzaam en ecologisch bouwen zo mooi en inpasbaar in het landschap kon zijn.”