Afgelopen week mocht ik een paar dagen genieten van een korte vakantie. Even lekker weg met m’n gezin naar het prachtige Waddeneiland Vlieland. Ik kom er mijn hele leven al, ik ben er geboren, en nadat we (ik was nog klein) verhuisden naar de vaste wal ben ik nog vele malen terug geweest.
Toen in 2016 de toenmalig staatssecretaris Martijn van Dam een verkiezing organiseerde voor het mooiste natuurgebied van Nederland, kwam De Wadden als winnaar uit de bus. Goede tweede: De Veluwe. En nu zeggen we hier graag dat we in het mooiste gebied van Nederland wonen, ik kon me best goed vinden in die uitslag. Ik had het voorrecht het mooiste gebied van Nederland mijn geboortegrond te mogen noemen, en nu alweer een goede 15 jaar de runner up mijn thuis.
Als baby, nog wonende op het eiland, was er het vermoeden dat ik hersenvliesontsteking had (gelukkig onterecht) wat reden was om met spoed naar het ziekenhuis te gaan. Dat gaat natuurlijk niet zo gemakkelijk vanaf een eiland waarvan de overtocht met de boot toen nog een goede twee uur duurde. En dus werd ik met een helikopter naar Harlingen gevlogen. Er was dus goede zorg aanwezig, ook op een stukje behoorlijk afgelegen Nederland kan je met spoed naar het ziekenhuis vervoerd worden als dat nodig is.
Vlieland is een kleine gemeente met net iets meer dan 1200 inwoners. Dat is ongeveer een kwart van Elspeet, ongeveer 1,5 keer Vierhouten. En net als laatstgenoemde dorp verveelvoudigd het inwoneraantal van Vlieland zich ook in het vakantieseizoen. Er zijn dus naast de prachtige natuur meer overeenkomsten te vinden. Wat me in het bijzonder opviel is hoe goed de hulpdiensten daar zijn georganiseerd. Ik telde twee ambulances, een goed gevulde eigen brandweerkazerne en regelmatig een blauw uniform op straat. En dat moet ook natuurlijk, het is nog steeds ruim 1,5 uur varen naar Vlieland, dus versterking in geval van nood is niet dichtbij.
In zekere zin zijn onze kernen Vierhouten en Elspeet ook een soort ‘eilanden’ op de Veluwe die gelukkig een stuk beter bereikbaar zijn, maar waar het soms ook even kan duren voordat er versterking is. Nu gaat de vergelijking natuurlijk niet helemaal op, maar ik zou willen dat het voor onze kernen net zo goed geregeld is als op de eilanden. Daarom blijft Gemeentebelang, net als alle andere partijen in de Nunspeetse raad, bijvoorbeeld hameren op voldoende middelen voor onze brandweerkorpsen. En pas geleden stonden we in de gemeenteraad ook unaniem in ons ongenoegen over het weigeren van het Witte Kruis (de verzorger van onze ambulancediensten) om de aanrijtijden per kern te delen. We weten al lang, erg lang, dat de aanrijtijden in Vierhouten en Elspeet lang niet altijd voldoen aan de norm, maar ondanks eerdere beloftes van de minister zien we geen verbetering en worden cijfers niet openbaar gemaakt. Zeer ernstig wat ons betreft.
En omdat we er als gemeenteraad niets aan konden doen, hebben we onze vraag in Den Haag gelegd. Alle partijen met connecties in de landelijke politiek hebben dit probleem onder de aandacht gebracht. Mocht u vermoeden dat een lokale partij als Gemeentebelang deze connecties niet heeft, dan kan ik geruststellen: ook wij hebben met meerdere partijen in de kamer kunnen spreken.
Dit leidde al tot kamervragen, waarin een drietal partijen de minister vragen te zorgen dat de cijfers per kern wél openbaar worden. En inmiddels hebben die vragen ook tot een motie geleid, ingediend door 6 partijen (waarvan twee uit de coalitie), die oproepen om transparanter te zijn over de aanrijtijden van ambulances. Dat zou voor Nunspeet een goede stap zijn.
Daarmee is het probleem natuurlijk nog niet direct opgelost, namelijk dat de aanrijtijden voor alle kernen beter worden. Maar het openbaar maken van de cijfers is wel noodzakelijk om daar te komen. Alleen dan kunnen we het probleem duidelijk vaststellen, maar ook zien welke maatregelen helpen om de situatie te verbeteren. De standplaats in Nunspeet bijvoorbeeld, waar de gemeente fors aan meebetaalt.
Het eerlijke verhaal is dat dit probleem al meer dan 20 jaar speelt en bekend is. En dat het nog steeds niet of nauwelijks tot oplossingen of verbeteringen is gekomen. Ik heb dus ook niet de illusie dat dit op korte termijn anders wordt. Maar misschien zouden de recente ontwikkelingen zomaar een kleine stap in de goede richting kunnen zijn. Niet alleen voor Nunspeet, maar voor de vele gemeentes met deze problematiek te maken hebben op De Veluwe of daarbuiten. Kan je als kleine gemeente misschien toch meer voor elkaar krijgen dan je misschien zou denken.
Pieter-Jan van Rossen