Tijdens de raadsvergadering van afgelopen december heb ik namens onze fractie vragen gesteld over de gladheidsbestrijding. Juist enkele dagen daarvoor waren de doorgaande wegen weliswaar goed berijdbaar maar waren vele zijwegen, hofjes en trottoirs spekglad. Diverse klachten hadden onze fractie reeds bereikt.
Steunfractielid Thomas van den Hoorn meldde tijdens onze fractievergadering dat meerdere gemeenten in ons land zogenaamde zoutboxen hebben geplaatst en opperde het idee om daar in het vragenhalfuurtje aandacht voor te vragen omdat het een actueel onderwerp was. Reden voor ons om hier aandacht voor te vragen.
De gedachte erachter is zelfredzaamheid. Gemeentebelang heeft jaren geleden het idee van het plaatsen van bladkorven op strategische plekken in herfstperiode aangekaart bij het college. Een idee dat toen direct is opgepakt. Inmiddels wordt dit idee al vele jaren succesvol toegepast en veelvuldig gebruik van gemaakt.
Bij gladheidsbestrijding zorgt de gemeente ervoor dat de doorgaande wegen en fietspaden goed berijdbaar blijven. Dat de gemeente niet elke straat, ieder zijweggetje en trottoir kan strooien is logisch. Door het plaatsen van zoutboxen op strategische plaatsen in elke wijk hebben inwoners de mogelijkheid om bij gladheid een emmertje zout uit zo’n zoutbox te scheppen en daarmee gevaarlijke gladde situaties te lijf te gaan. Volgens Gemeentebelang een eenvoudige oplossing die geen grote investeringen vraagt en bij gladheid een waardevolle bijdrage kan leveren aan ieders veiligheid op straat.
Onze vraag was om op korte termijn nog een proef met genoemde zoutboxen op te starten om deze winter nog ervaringen op te doen. Dat wilde de wethouder nog niet gelijk toezeggen. Wel dat de mogelijkheden worden onderzocht.
Wij denken dat het plaatsen van zoutboxen, een idee dat succesvol wordt toegepast in diverse gemeenten, ook succesvol zal zijn in onze gemeente. Beter goed gejat dan slecht bedacht… toch?
Martin Mol