Afgelopen week doken door het hele land omgekeerde vlaggen op. Ook in Nunspeet prijkt het blauw-wit-rood bij aardig wat huizen, boerderijen en langs de weg. Op verschillende rotondes hangt de vlag prominent in hoge lantarenpalen.
Het is geen nieuw fenomeen, in 2019 zagen we het ook al tijdens de boerenprotesten, het jaar daarna adopteerden corona-demonstranten het symbool en ook in het buitenland, bijvoorbeeld tijdens de Black Lives Matter demonstraties, werd er op de kop gevlagd. Het blijkt van origine een eeuwenoud zeevaartsymbool, een noodsignaal. Ook nu wordt het bedoeld als noodsignaal: ‘blauw-wit-rood, Nederland in nood.’
Ook Gemeentebelang vindt dat de boeren met respect behandeld moeten worden en vindt het een prima gebaar om je zorgen te uiten, net als de overal verschenen boeren zakdoek. Sommige vinden het respectloos naar de nationale driekleur en de Nederlandse identiteit. Ik heb daar persoonlijk niet zoveel last van, volgens mij zit respect niet in een lap stof en de manier waarop je die ophangt. Bovendien: voor velen een prettigere manier van actie voeren dan de snelwegen vast zetten.
Wel heb ik grote moeite met de veelgehoorde uitleg: Nederland in nood.
Wij zijn geen land in nood. Er is geen oorlog, geen honger. Ja, er zijn grote verschillen van mening. Ja, er zijn forse problemen. Te weinig woningen, (verborgen)armoede, de natuur én de boer onder zware druk. Een overheid die faalt om fatsoenlijk om te gaan met gedupeerden van de toeslagenaffaire en van gaswinning in Groningen. Ik kan een volle weblog schrijven over alles wat mis gaat in ons land en níets van dat alles wil ik bagatelliseren. Maar we zijn geen land in nood.
Oekraïne is een land in nood. Somalië, Ethiopië en Eritrea zijn landen in nood. Afghanistan, Syrië, Jemen, Nigeria, Soedan. De lijst is oneindig lang. Wereldwijd woont 1 op de 6 kinderen in een gebied waar oorlog of conflict heerst. 345 miljoen mensen hebben een acuut probleem om aan voedsel te komen, zo’n 50 miljoen mensen worden op dit moment bedreigd met een hongerdood.
Ondertussen leven we in Nederland, ondanks alle uitdagingen en problemen die we hier kennen, in een ongekend welvarend en veilig land, al zijn er ook mensen die hier te weinig van merken. Gemeentebelang zal zich altijd blijven inzetten voor mensen buiten de boot vallen en het moeilijk hebben. Ik realiseer me terdege dat, terwijl ik dit opschrijf, veel inwoners moeite hebben om rond te komen en afhankelijk zijn van hulp. Maar het is daarnaast goed om ons te realiseren dat met een modaal Nederlands inkomen we met gemak tot de 1% rijkste inwoners van de wereld behoren. We hebben onderwijs voor elk kind, een vrije pers en voor iedereen de vrijheid om zijn mening luidkeels te verkondigen. En nee, het is niet zinvol om problemen van een totaal andere omvang en aard met elkaar te vergelijken en dan net te doen alsof het één er in het licht van het ander niet meer toe doet. Het dóet er namelijk allemaal toe: oorlog, honger, armoede, woningnood, natuur, stikstof. Maar het is wel goed om zaken in de juiste verhouding te blijven zien, realistisch te benaderen.
Dat perspectief loslaten draagt niet bij aan het vinden van oplossingen. Sterker nog, het drijft ons er alleen maar verder vanaf. Nederland is niet in nood, laten we vooral niet doen alsof.
Pieter-Jan van Rossen