De stemming in het land werd steeds hoopvoller. Waar de stemming aan het begin nogal gereserveerd was (de meesten onder ons, ikzelf ook, dachten dat het geen lang toernooi zou worden), gloorde inmiddels de hoop dat dit elftal de finale zou spelen. En misschien, héél misschien wel dat ene elftal van ’88 kon evenaren en de titel na 36 jaar weer mee naar huis konden brengen. Helaas, het mocht niet zo zijn.
De oranjekoorts was aangewakkerd, zoveel was wel duidelijk. De beelden van de oranje massa die van links naar rechts richting het stadion trok gingen de wereld over. En als we dan die ene misdraging van een handjevol idioten afgelopen woensdag even buiten beschouwing laten (nooit meer in een stadion toelaten), stonden we er goed op.
Iets wat ook zo opvalt bij een andere mondiale sport, waar een Nederlander het al jaren goed doet: Formule 1. Of u nou liefhebber bent of niet, die oranje tribunes vallen ook elke keer weer op over de hele wereld. Sport verbroedert, en het lijkt soms wel dat Nederlanders zich als geen ander laten verbroederen door sport.
Dat sporten, sportverenigingen en kijken naar sport een geweldig maatschappelijk effect hebben is geen nieuws natuurlijk. Tenminste, niet voor Gemeentebelang. Het is één van de redenen dat Gemeentebelang in onze gemeente altijd aanjager is voor sport. Niet alleen de effecten voor fysieke en mentale gezondheid zijn onmiskenbaar, maar ook de sociale cohesie en gemeenschapszin van sport versterkt een samenleving. Samen sporten is simpelweg een manier van omzien naar jezelf en elkaar.
Maar die échte verbroedering zien we alleen terug bij topsport op internationaal niveau, zo lijkt het wel. Dan breekt écht de oranjekoorts uit en kan de gekte niet op. Geweldig, maar helaas maar tijdelijk.
Want hoe leuk zou het zijn dat, in een land waar we toch steeds meer aandacht hebben voor verschillen in plaats van overeenkomsten, dat die oranjekoorts, al is het maar een beetje, blijft? Dat die gemeenschapszin niet bijna uitdooft als het toernooi voorbij is en pas weer aanwakkert bij het volgende grote sportevenement. Het klinkt wollig en cliché, dat weet ik, maar als ik naar de eerste debatten in Den Haag kijk, komt bij mij toch die behoefte naar boven. Niet dat verwijten, jij-bakken, draaien, recht praten wat tenenkrommend is. Maar gewoon weer iets meer samen.
Op naar de Olympische Spelen, dan breekt de oranjekoorts hopelijk weer in volle kracht los. Ik wens u een fijne (sport)zomer.
Pieter-Jan van Rossen